Mededelingen.

  • Afwezig waren: Dolf, Laurens, Ben H., Ellen, Anne, Gerard, Theo L., Theo O., Wim, Ton, Dinie, Ben S., Henriëtte en Derk.
  • Ben H. vraagt (via mij) vrijwilligers om te flyeren voor de Voedselbank op 13 en 14 september: je kunt je bij hem melden. (Deze mededeling deed Ben op 20 augustus; is per ongeluk niet in de mededelingen van die bijeenkomst opgenomen).
  • Twee potentieel nieuwe leden komen op 18 september kennismaken. Omdat Ria dan een lezing geeft bij de andere Probusclub, zullen ze door Ben S. welkom worden geheten.

Partnermiddag

 

Op woensdag 4 september vertrokken we rond 13.30 uur met 28 mensen naar Vriezenveen, 18 leden en 10 partners. Anneke Deen sloot later aan. Aangekomen aldaar werden we in het Historisch Museum (voorheen het gemeentehuis van Vriezenveen) welkom geheten door enkele vrijwilligers, die ons in twee groepen gingen rondleiden. Maar vooraf dronken we eerst nog koffie/thee en aten we een lekkere kozak. Die kozak heeft alles te maken met de geschiedenis van de relatie tussen Vriezenveen en St. Petersburg. Daarover straks meer.

In de oude raadszaal van het gemeentehuis herinnerde een spreuk in de glas-in-loodramen aan het conflict tussen de progressieve burgemeester Albeda en de conservatieve raad. Die ramen waren een geschenk van Albeda bij zijn afscheid. Hij heeft daar de tekst “Trekt u niet aan wat ieder zegt, maar doet wat billijk is en recht”  in laten graveren.

Na de korte introductie gingen we in twee groepen het museum verkennen. We kwamen veel te weten over

  1. De historie van Vriezenveen
  2. De Rusluie en het contact met St. Petersburg
  3. De textielindustrie in Vriezenveen, met name Jansen en Tilanus

Ad 1: De historie van Vriezenveen

De streek ten noorden van Almelo was in de vroege ME onbewoond. Het werd omsloten door de zandruggen in het noorden van de stuwwal Kloosterhaar-Sibculo-Westerhaar, in het oosten door de hoogten van Bruinehaar, in het westen door de stuwwal van Daarle, Hoge Hexel en Wierden en in het zuiden lag Almelo. Het hele gebied was bedekt met hoogveen. In de 13e eeuw schonken de heer en mevrouwe van Almelo aan de pioniers die zich er vestigden (voornamelijk arme Friezen) enkele voorrechten. Ze kregen p.p. 112 m² grond, naast elkaar. Zo ontstond Friezenveen/Vriezenveen.

Ad 2: De Rusluie en het contact met St. Petersburg

Gedwongen door armoede trokken rond 1700 steeds meer Vriezenveners eropuit om met handel geld te verdienen. Eerst gingen ze naar Hanzesteden in Duitsland en uiteindelijk kwamen ze in St. Petersburg terecht. De Rusluie, Vriezenveners die handel dreven met St. Petersburg, vormen een vermaard onderdeel van de Vriezenveense historie. Ondanks de 2400 km over hobbelige en stoffige wegen wisten vele pioniers St. Petersburg te bereiken.
De stad St. Petersburg maakte een diepe indruk op de Rusluie. Het was natuurlijk de hofstad van de tsaren, genoemd naar Peter de Grote. Hij had de stad indertijd vorm geven naar het voorbeeld van Amsterdam, waar hij vaak kwam. Je herkent dat in het stratenpatroon van de stad, vergelijkbaar met de grachtengordel in Amsterdam.. En in deze welvarende stad was veel belangstelling voor de producten van de Rusluie, m.n. het linnen. Tsaar Peters schoondochter, Jekaterina (Catharina de Grote) heeft vooral ook veel gedaan om de stad aan de Neva glorieus te maken. Veel van de Rusluie ontwikkelden grote handelshuizen in St. Petersburg. Jansen was er één van.

Na voltooiing van spoorlijnen in de 19e eeuw kon men gerieflijker op en neer.

(Anekdote: Toen de Kozakken Napoleon hadden achtervolgd bij de verdrijving uit Rusland, werden ze berucht door vernietiging e.d. van alles wat ze tegenkwamen. Maar toen ze in Vriezenveen verschenen, hoorden ze Russisch praten. Dat was redding van Vriezenveen. Vandaar de Kozak als traktatie bij de koffie….)

De Russische Revolutie van 1917 had rampzalige gevolgen voor de Vriezenveense zakenlui. In feite kwam er toen na twee eeuwen een eind aan de relatie tussen Vriezenveen en St. Petersburg.

Ad 3: De textielindustrie in Vriezenveen

In de 18e eeuw was er veel huisnijverheid qua textiel. Daarmee werd inkomen gegenereerd naast het karige boerenbestaan. Linnen werd verkocht, en de Rusluie verhandelden het o.a. in St. Petersburg.In de 19e eeuw werd aan het Oosteinde een textielfabriek opgericht, met o.m. Jansen in de directie; later werd de fabriek verplaatst naar het eind van het Westeinde, bij het kanaal, waar de fabriek tot aan de sluiting heeft gefunctioneerd. Al in 1869 werd Tilanus toegevoegd aan de directie en sindsdien heette de fabriek dus Jansen&Tilanus.

Al deze bovenstaande informatie wordt in het museum aangevuld met veel voorwerpen, te veel om in zo’n kort tijdsbestek goed te kunnen zien. Wellicht zijn sommigen geïnteresseerd geraakt en gaan nog een keer rustig alles bekijken.

Na deze excursie gingen we op de terugweg gezellig samen eten bij Kottink in Geesteren (O): een copieuze maaltijd die ons allen heel goed smaakte. Niets dan lof voor de AC voor de organisatie van deze middag!

Jan Heerdink

 

Gerelateerde Afbeeldingen: