Probus een korte terugblik.

Ontleend aan de website van Probus Nederland

De Nederlandse Probusclubs maken deel uit van een wereldwijde organisatie van autonome
clubs voor ouderen. De in 1977 in Nederland als Community Serviceproject opgerichte
Probusclubs telden in 1997 meer dan 300 autonome clubs met ruim 7000 leden. In 2012 zijn er
verspreid over het land ruim 400 heren‐, dames‐ of gemengde clubs. De meer dan 11.500
leden komen wekelijks, tweewekelijks of maandelijks op een vaste dag en een vast tijdstip bij
elkaar.

De naam Probus is afgeleid van “The Association of Retired Professional and Business
Personnel in localised Clubs through the World”. ‘Probus’ is een acroniem van Professional
and Business.

Uitsluitend een bestaande Probusclub (‐clubs) ingeschreven bij de Stichting Probus Nederland
Informatie Centrum (Probus Nederland) kan tot oprichting van een nieuwe
Probusclub besluiten. Een “sponsorcommissie” bestaande uit drie of vier leden van een
nabijgelegen Probusclub, wordt ingesteld ter voorbereiding en begeleiding van de nieuwe
Probusclub. Elke Probusclub is, met in achtneming van de standaarddoelstelling, autonoom.

Doelstelling

De doelstelling van Probus is het bevorderen van saamhorigheid en vriendschap van geheel of
nagenoeg geheel postactieven die een maatschappelijk verantwoordelijke functie hebben
vervuld en die ieder vanuit een persoonlijke, intellectuele en maatschappelijke achtergrond
waarde hechten aan het regelmatig ontmoeten van elkaar, waarbij onderlinge
hulpvaardigheid, verbreding van kennis en interesse, verruiming van inzicht alsmede
ontspanning bindende elementen vormen.

Bijeenkomsten

Dag, tijd en plaats van de veertiendaagse (of tweemaal per maand) clubbijeenkomsten worden
per club vastgesteld.

Leden en bestuur

Leden dienen uit de eigen plaats of regio te komen, tenminste 55 jaar oud te zijn, incidentele
uitzonderingen voorbehouden, hun actieve loopbaan te hebben beëindigd of binnen
afzienbare tijd te zullen beëindigen en de doelstelling van de club te onderschrijven. De
sponsorcommissie stelt een vertrouwelijke lijst op van potentiële leden. Kandidaat‐leden
dienen onkundig te blijven tot de uitnodiging. Heeft men ongeveer 15 leden, dan wordt een
(voorlopig) bestuur gekozen dat ten minste bestaat uit een voorzitter, secretaris,
penningmeester en programmacommissaris.

Geschiedenis

De eerste Probusclub is in 1965 opgericht in Engeland, in Welwyn Garden City. Initiatiefnemers
waren enkele Rotarians die constateerden dat gepensioneerde forenzen, die geen lid waren
van een serviceclub, dreigden te vereenzamen. Na een oproep werd ‘The Campus Club’
gevormd om samen te lunchen met aansluitend een voordracht van één van de leden.
Een jaar later wordt in Caterham (ook door de plaatselijke Rotary) een tweede club opgericht.
Zij gebruiken als eerste de naam Probus, acroniem van Professional and Business. De club van
Welwyn Garden City nam de naam Probusclub over.
Het enthousiasme van de eerste Probusclubs trok de aandacht van veel Rotaryclubs en dit
leidde in heel Engeland tot initiatieven om Probusclubs te begeleiden.

Tijdens een ontmoeting in 1976 van de heer Herwig, van een Delftse Rotaryclub, met de
Engelse Rotaryclub van Chistlehurst, kwam een eerder in Delft gehouden symposium over
vereenzaming ter sprake. De Engelse manier om eenzaamheid te voorkomen sprak de heer
Herwig aan. Het idee ontstond om naar Engels voorbeeld een Nederlandse Probusclub op te
richten en er volgde een oproep in het Rotarymaandblad om dit actief te stimuleren. Drie
Rotarians van Delft‐Vrijhof, de heren H.W. Herwig, Y. Roosjes en H. Vos, zetten zich hiervoor
in. De leden die werden benaderd voor de lunchclub in oprichting, waren 55 jaar of ouder en
(nagenoeg) postactief. Voorwaarde was dat ze wilden samenkomen op een vaste plaats en op
een vast tijdstip. Op 3 november 1977 was Probusclub Delft, met 25 leden, een feit.  

Dit initiatief leidde in 1978 al tot 10 clubs en in 1987 tot 100 Nederlandse clubs. In 1991 werd
de 200 bereikt. Nu zijn er verspreid over het land bijna 400 Probusclubs met ruim 11.500
leden. Hoewel de meeste clubs in het begin werden opgericht als herenclub, verscheen in
1978 de eerste gemengde club (Woerden). Momenteel zijn er ‐ naast de herenclubs‐ 72
gemengde clubs en twaalf damesclubs.

De populariteit van Probusclubs in Nederland steeg snel en al gauw werd besloten tot enige
vorm van coördinatie op landelijk niveau. Autonomie van de individuele Probusclubs bleef
uitgangspunt. Wel was er behoefte aan informatie. Dit leidde tot de vorming van een
zogenaamde Probusbrievenbus. Eerst verzorgde  Probusclub Delft deze brievenbusfunctie. Na
drie jaar nam Aalsmeer/Uithoorn dit over. Vanaf 1986 deed Probusclub Ede dit.
De vraag rees of de gekozen vorm nog wel voldeed. Alle Probusclubs werden door het bestuur,
onder voorzitterschap van Prof. Dr. K. Rijsdorp, uitgenodigd om dit in Amersfoort te bespreken
op 16 december 1986. Op deze eerste landelijke bijeenkomst werd voor alle Probusclubs één
landelijke doelstelling geformuleerd en deze werd, ter bevordering van de herkenbaarheid,
ook in de Huishoudelijk Reglementen van de aangesloten Probusclubs opgenomen. Ook
ontstond het idee om een ‘Certificaat van Erkenning’ uit te reiken aan bestaande en
toekomstige clubs, mits deze clubs de doelstelling onderschreven. Initiatieven voor nieuwe,
autonome, clubs moesten gestimuleerd worden. Er werden afspraken gemaakt over
samenstelling, taak en werkwijze van de Probusbrievenbus, die inmiddels Info‐Centrum werd
genoemd.

Op de tweede landelijke dag in 1989 werd besloten over te gaan tot de vorming van de
‘Stichting Probus Nederland Informatie Centrum’, kortweg Probus Nederland.
In 1990 werd de stichting bij de Kamer van Koophandel voor Centraal Gelderland ingeschreven
onder nummer 41051052.
Samen met Probus België zijn naam en beeldmerk in de Benelux geregistreerd en daarmee beschermd.

Gerelateerde Afbeeldingen: