NIEUWSBRIEF 19                              

Mededelingen van het bestuur:

  1. Op 29 januari 2021 hebben jullie een mail van de penningmeester ontvangen over betaling van de contributie 2021. Daar gaf hij ook een algemene onderbouwing bij. Thans mailen wij als bestuur de bijbehorende conceptjaarrekening 2020 Jaarrek Probus 2020 concept tbv leden en de conceptbegroting 2021 Probus Begr 2021 concept tbv leden, die op de komende ALV aan de orde zullen worden gesteld: 
  2. Omdat de ALV voorlopig nog niet kan plaatsvinden tref je als extra bijlage ook het jaarverslag van de secretaris aan 2021-01-20 jaarverslag secretaris 2020. Het was gebruikelijk om dat tijdens de ALV in januari voor te lezen en daarna in het verslag daarvan op te nemen.

Vandaag is het Aswoensdag; daarom van uw secretaris een stukje over CARNAVAL,

ASWOENSDAG EN DE VASTENTIJD.

Wat het woord carnaval betreft zijn er twee etymologische verklaringen en die verklaringen zeggen ook iets over oorsprong en betekenis van het carnavalsfeest.
Sommigen zeggen dat het woord carnaval verwijst naar “carrus navalis” (= wagenschip): een groot voertuig in de vorm van een schip, dat in optochten meetrok bij heidense lentefeesten, met afbeeldingen van de god Bacchus of Dionysus. Met deze etymologische verklaring van het woord komen we bij de vermoedelijke oorsprong van het feest. Velen houden het op een vermenging van een Grieks-Romeins en een Germaans lentefeest: het sterven en herrijzen van de natuur in het begin van het jaar werd daarbij in een groots magisch-religieus spel nagebootst. Carnaval was oorspronkelijk eigenlijk één groot vruchtbaarheidsritueel. Sommige carnavalsvierders schijnen dat tot op de dag van vandaag in praktijk te brengen.. Maskers en andere verkleedpartijen hebben ook te maken met een aan dat vruchtbaarheidsritueel verbonden vorm van dodenverering: men probeerde op deze manier in contact te komen met de geesten van de overledenen.
Anderen geven als etymologische verklaring: “carne vale” (= vaarwel vlees). Die verklaring zou verwijzen naar het daarop volgende vasten. Zoals vele Griekse, Romeinse en Germaanse gebruiken door het christendom werden gekerstend, zo is ook carnaval wellicht gekerstend toen in de Middeleeuwen de heidense vruchtbaarheidsfeesten rondom carnaval werden verbonden met de periode van Vasten die voorafging aan Pasen. Op Vastenavond, de avond voor Aswoensdag, kon men nog een keer goed eten, met name (vet) vlees. Daarna was het tot Pasen afzien. Carnaval kreeg zo de betekenis van “carne vale!” In de van oorsprong katholieke streken van Europa (en Nederland) vind je tot op de dag van vandaag een vermenging van de oude vruchtbaarheidsrituelen met verkleedpartijen en het je te buiten gaan aan eten en drinken, want…..er volgt een lange tijd van vasten.
Zoals iedereen kan waarnemen, wordt het vasten vrijwel niet meer gepraktiseerd. Carnaval als feest is echter blijven bestaan, en wordt zelfs steeds meer gevierd, ook in niet-katholieke streken; je zou kunnen zeggen dat het feest daarmee weer zijn oorspronkelijke heidense betekenis heeft teruggekregen.
Degenen die nog serieus werk maken van het vasten, stoppen op Vastenavond om 24.00 uur met carnaval. De volgende dag gaat men ter kerke (Aswoensdag). Men laat dan het askruisje aanbrengen op het voorhoofd. De priester spreekt daarbij de woorden: “Gedenk o mens, dat ge stof zijt, en tot stof zult wederkeren”. Deze tekst verwijst naar Genesis 3,19: Adam en Eva worden het paradijs uitgejaagd en worden veroordeeld tot sterfelijkheid. Bij een lezing enige jaren geleden heb ik iets verteld over de theologische betekenis van dit verhaal. Men noemt dit een etiologie, een manier om wetenschappelijk onverklaarbare zaken (sterfelijkheid in dit geval) toch te verklaren met behulp van een (mythisch) verhaal. In de Bijbel gebeurt dat vaak. De twee scheppingsverhalen (resp. over de 7 dagen en over het paradijs met Adam en Eva) zijn daar de meest bekende voorbeelden van, maar ook het zondvloedverhaal is zo’n etiologie. Aswoensdag is bedoeld als een dag van inkeer, van reflectie op ons bestaan: waartoe zijn we op aarde? Waarvoor doen we het allemaal? Waarom rijkdom en aanzien nastreven als de dood aan alles een einde maakt? Kortom, denk aan de betrekkelijkheid van het aardse bestaan: tot stof zult gij wederkeren….
Carnaval en Aswoensdag/Vasten horen m.i. bij elkaar als de twee polen van ons bestaan: zorgeloosheid en bezorgdheid, leven en dood.

BIJDRAGE VAN RIA

Opgeruimd staat netjes……..Of….Wie wat bewaart heeft wat?

Lieve Probusvrienden, ik neem jullie eerst mee in de filosofie van Marie Kondō en vervolg dan het verhaal met mijn eigen ervaringen.

Wie is Marie Kondō? (bron internet)
Marie Kondō is een Japanse adviseur en bestsellerauteur. Haar boeken zijn in 27 talen vertaald, waaronder in het Nederlands. Kondō werd in 2015 door Time uitgeroepen tot een van de 100 invloedrijkste personen ter wereld.

Over Marie Kondo en haar boek opgeruimd

Marie schreef het boek vanuit haar eigen visie op opruimen. Zo schrijft ze over hoe ze al jong interesse kreeg in opruimen, maar dat het haar nooit lukte om écht goed en succesvol op te ruimen, en vooral om van alle troep af te komen die we gewend zijn om te bewaren “voor het geval dat”. Volgens Marie is haar methode de enige die écht werkt. Daarnaast claimt ze dat spullen niet alleen gewoon spullen zijn, maar een soort ziel hebben en dus met zorg opgeruimd en opgeborgen moeten worden.
Kondō’s opruimmethode, die zij in haar boek zelf omschrijft als de Konmari-methode, omvat de volgende stappen:[4]

  • Alles in één keer, binnen een korte tijd en perfect opruimen
  • Alle op te ruimen spullen worden op een stapel verzameld
  • Bepalen of spullen moeten worden weggegooid
  • De keuze wordt gemaakt met behulp van de vraag: Maakt het mij gelukkig als ik dit voorwerp vasthoud?
  • Elk voorwerp dat men behoudt, krijgt zijn plaats toegewezen
  • Alle overgebleven spullen moeten daadwerkelijk op hun plaats worden gezet

 

Haar credo: alleen de dingen die blijdschap opleveren moet je houden (én netjes opruimen). Het overige gooi je weg.
Tot zover Marie Kondo

Met interesse heb ik ergens in 2015 informatie over haar opruimvisie en methodes gelezen, want ja, eerlijk is eerlijk. Ik ben wel een redelijk nette opruimer, maar absoluut geen gemakkelijker weggooier. Wie weet kan ik van deze jonge vrouw iets leren. Ze is natuurlijk niet voor niets zo bekend in die 27 landen…
En zo begon ik met het opnieuw opruimen en inruimen van kasten. Je leest het goed; opruimen en inruimen, dus niet weggooien. Er bleek heel veel in mijn kasten te passen. Zeker als je het goed inpakte.. En ruimte had ik genoeg, dus weggooien hoefde niet.
Regelmatig keek ik met trots in mijn kasten, maar sprak er toch maar niet met anderen over. Want moet je trots zijn op breiwol die je 30 jaar bewaard? Of lapjes die nog overgebleven waren van de destijds gemaakte kinderkleding, of nog een pak klei van 5 jaar oud? Of vulling kussens, of talloze lintjes, strikjes en knopen  Of.. Of.. Of…
Tot Corona deel II aanbrak. Harry en ik besloten maar een noodopvang te worden voor een zevental kleinkinderen. Ze variëren in leeftijd van 3,5 tot en met 10 jaar. Eens per week kwamen ze een dag en soms iets vaker. En toen bleek mijn bewaarlust super te zijn. De kleinkinderen vonden mijn voorraad geweldig. Ze hebben van alles in elkaar geknutseld. Poppenhuizen gemaakt van allerlei dozen en doosjes met bedjes, tafeltjes en stoeltjes met een hele kleifamilie erbij en behang en vloerbedekking van stofjes. De oudste van 10 leerde breien en uit enthousiasme heb ik mezelf een sjaal gehaakt. De laatste haakbeweging was 28 jaar geleden! Twee andere kleinkinderen wilden een gebreide col van wol met fleecevoering. Oh ja, rode fleece had ik ook nog. Jarige ouders in die periode kregen de mooiste in elkaar geknutselde cadeautjes versierd met talloze lintjes en stickertjes. En iedere keer als ze om iets vroegen dacht ik: oh ja, dat heb ik nog…
Corona is niet voorbij, maar de kinderen zitten weer in de klas. De noodopvang van opa en oma is gesloten. Nu toch maar het e.e.a. weggooien? Ik zal het nog eens overdenken. Opruimen moet ik in ieder geval. Een zin uit de boeken van haar spreekt me erg aan: alleen die dingen die blijdschap opleveren moet je houden. Het overige gooi je weg. Ik hoop te weten welke dingen me blijdschap en plezier opleveren..

VACCINATIENIEUWS.

  • Henk schrijft: op zaterdag 6 februari ben ik voor de eerste keer gevaccineerd in Almelo en op 13 maart, dus vijf weken later, gebeurt dat voor de tweede keer. Beide keren met het Pfizer-vaccin. Ik ben er blij mee. Inmiddels ben ik op dinsdag 26 januari met een kijkoperatie geopereerd aan mijn liesbreuk De volgende morgen liep ik al weer een half uur met de hond buiten. Het herstel gaat heel voorspoedig, in principe kan en mag ik alles weer, behalve zwaar tillen. Hopelijk wordt Annie nu ook gauw uitgenodigd voor een vaccinatie. Dat geeft toch wel een veiliger gevoel al moet je dan ook nog de gewone regels zoals mondkapje en afstand houden in acht nemen.
  • Op 4 februari heeft Albert z’n eerste vaccinatie gehad; op 11 maart volgt de tweede, zo laat hij weten
  • Ook Ini heeft haar eerste vaccinatie gehad. Zij heeft last gehad van bijwerkingen, maar die zijn nu voorbij.
  • Vanaf 8 februari is men begonnen met uitnodigingen voor de groep van 80-84. In deze groep zijn van onze club aan de beurt: Anny, Frans, An, Gerard, Theo L. en Theo O. en Dinie. Daarmee is ruim een derde van onze club binnenkort gevaccineerd. Als ook de groep 75-79 aan de beurt is geweest (Erna, Willy, Anne en Gemma), geldt dat voor de helft van onze groep.

Jan Heerdink

Gerelateerde Afbeeldingen: