Medelingen 7 febr. 2024
De eerstvolgende bijeenkomst is bij Grand Café Smit in Losser omdat De Boom is gesloten op
21 februari. De AC gaat ervan uit dat iedereen zelf vervoer regelt, al of niet samen met
anderen. Nadere informatie komt in de convocatie een week tevoren. Daar zal o.m. in staan
dat de kosten voor het eten, exclusief drank, ongeveer € 25,– zullen zijn. Koffie/thee is voor
rekening van onze kas.
Intro Jet
Vooraf zag ze – vanwege ‘microfoonvrees’ – nogal op tegen haar ‘maiden speech’ als Probus-lid. Volstrekt onnodig, zo bleek alras, want vanaf het moment dat Jet van der Sluis de microfoon ter hand nam voor een hoogst originele versie van haar levensverhaal, hing het Probus-gehoor als een gewillige schoolklas aan haar lippen.
Dat had alles te maken met de vorm waarin ze haar verhaal had gegoten: een met humor doorspekte ‘les’ over de schoonheid én het belang van poëzie, literatuur meer in het algemeen. Jet kroop vol overgave weer even in rol van bevlogen docent Nederlands die ze jarenlang in haar werkzame leven vervulde. De ‘les’ begon heel toepasselijk met het lezen en duiden van het gedicht ‘Een lange wandeling’ van Rutger Kopland. Waarmee Jet heel treffend beschreef in welke fase van haar leven ze zichzelf nu bevindt.
Middels een heuse quiz testte Jet vervolgens de kennis van de Nederlandse poëzie onder de Probus-leden. Die bleek danig weggezakt, in die zin, dat velen niet de juiste dichter(es) wisten te koppelen aan door haar geselecteerde, (over)bekende strofen als ‘Alles is veel voor wie niet veel verwacht’ en ‘Want tussen droom en daad staan wetten in de weg’.
Met de parate kennis van de Nederlandstalige poëzie van ‘juf Jet’ bleek intussen niet veel mis. Schijnbaar moeiteloos declameerde ze – als de vrouwelijke equivalent van Joost Prinsen – het ene na het andere prachtige gedicht. Waarmee ze eens te meer de schoonheid en betekenis van poëzie onderstreepte. Tussen al dit moois door schroomde Jet overigens niet er schande van te spreken dat taal en literatuur inmiddels een ondergeschoven kindje zijn geworden op de middelbare school.
Na de pauze nam Jet haar gehoor mee in een andere grote passie in haar leven: beeldende kunst en kunstgeschiedenis. Toen haar carrière in het onderwijs ten einde liep, stortte ze zich vol overgave op een studie kunstgeschiedenis. Als kunsthistorica combineert ze nu haar liefde voor de taal en beeldende kunst in bijdragen voor onder meer het Museum Tijdschrift en Beelden Magazine. Eén van haar hoogtepunten als publicist: een reis naar Mexico in coronatijd voor een artikel over Frida Kahlo. Jet is als kunsthistorica ook betrokken bij de stichting HeArtpool in Hengelo, die elke twee jaar de Wolvecampprijs organiseert, een stimuleringsprijs voor jonge beeldend kunstenaars.
Jet sloot haar verhaal heel toepasselijk af met het gedicht ‘Pardon’ van Annie M.G. Schmidt. Het eerste couplet daaruit:
Wanneer ik loop in Oldenzaal
of Middelburg of Stadskanaal,
dan komt er altijd iemand aan
die vraagt: weet u de Lindenlaan?
Zo iemand vraagt dat met een blik
vol blij vertrouwen. Dan zeg ik:
pardon ik ben hier zelf vreemd.
Ben Siemerink
